Alle projecten

Duurzame scholenbouw

Onze visie op Duurzaam Wonen

De scholenbouw bevindt zich in een fase van transitie, waarin duurzaamheid steeds belangrijker wordt. Waar het tot voor kort de standaard was om oude gebouwen te slopen en volledig nieuw te bouwen, is er nu een groeiende erkenning van de waarde van renovatie. Dit heeft geleid tot een hernieuwde focus op verduurzaming en het verlengen van de levensduur van bestaande schoolgebouwen. Een renovatie is vaak duurzamer dan nieuwbouw, omdat het de hoeveelheid gebruikte materialen vermindert en afval beperkt. Hiermee wordt de CO2 footprint substantieel verlaagd, een noodzakelijk streven om de opwarming van de aarde te verminderen. Het project Kernkindcentrum de Groene Loper, een rijksmonument dat wordt gerenoveerd tot een modern kindcentrum, is hier een goed voorbeeld van.

Door een bestaand en waardevol gebouw te moderniseren volgens hedendaagse duurzaamheidsstandaarden, wordt niet alleen de erfgoedwaarde behouden, maar ook bijgedragen aan een lagere CO₂-uitstoot.

Daarnaast is er bij nieuwbouw steeds meer ambitie om energieneutraal of zelfs "nul-op-de-meter" te bouwen, in plaats van het wettelijk niveau van Bijna energieneutraal. Nul-op-de-meter betekent dat gebouwen op jaarbasis geen energie verbruiken of zelfs meer energie opwekken dan ze gebruiken. Innovatieve ontwerpen en technologieën, zoals zonnepanelen, bodemenergiesystemen en warmtepompen, spelen hierbij een sleutelrol. Er wordt ook ingezet op het gebruik van duurzame materialen, zoals houten gevelelementen met dito afwerking, die door een verduurzamingsprocedé tientallen jaren meegaan. Het gebruik van houtskeletbouw in de BMV Heerlenbaan is hier een mooi voorbeeld van. Naast het gebruik van duurzame materialen kijkt RO groep ook steeds kritisch naar de mogelijkheden voor een efficiënter ruimtegebruik. Door multifunctionele gebouwen te creëren waar scholen, kindpartners en andere sociaal-maatschappelijke partijen faciliteiten delen, zoals gymzalen, kookateliers, crea-ruimtes en vergaderruimtes, worden de kosten en de ecologische voetafdruk aanzienlijk verminderd. Bovendien nodigt dit uit tot meer inhoudelijke samenwerking tussen partijen: sociale duurzaamheid.

Een ander belangrijk aandachtspunt is de exploitatiefase van gebouwen. Scholen zijn intensief gebruikte gebouwen, wat hoge onderhoudskosten met zich mee kan brengen. Door bij de bouw al te kiezen voor goede detaillering en materialen die eenvoudig schoon te houden zijn en minder slijten, kunnen de exploitatiekosten op lange termijn worden verlaagd. Dit heeft niet alleen financiële voordelen, maar draagt ook bij aan een duurzamer gebruik van grondstoffen.


Hoe verhoudt dit zich tot wat de scholenbouw doet met betrekking tot duurzaamheid?

Hoewel er binnen de scholenbouw duidelijke stappen worden gezet richting duurzaamheid, is de realiteit vaak minder ambitieus dan de idealen. Veel projecten streven ernaar om verder te gaan dan wettelijke minimumeisen, bijvoorbeeld door energieneutraal te bouwen. Toch is het gebruik van circulaire principes, zoals het hergebruiken van bouwmaterialen of volledig biobased bouwen, in de praktijk nog beperkt. Dit heeft vooral te maken met de financiële druk waaronder veel schoolprojecten staan.

Gemeenten hanteren strikte normbedragen voor de financiering van de investeringskosten van scholen, die vaak wat achterlopen op de stijgende bouwkosten. Hierdoor is er weinig financiële ruimte voor innovatieve en duurzame oplossingen, want de exploitatievoordelen zijn ten gunste van de scholen. Circulair bouwen en biobased materialen, die vaak hogere initiële kosten met zich meebrengen, worden daarom zelden toegepast. Dit resulteert in een focus op energetische duurzaamheid – bijvoorbeeld het beperken van het energieverbruik – terwijl bredere duurzaamheidsdoelen, zoals circulariteit, onderbelicht blijven.

Deze split incentive moeten we zien om te buigen naar een shared incentive. Projecten zoals de BMV Heerlenbaan laten zien dat dit kan: daar zijn zowel de kosten als de baten voor de gemeente, volgens het “niet-meer-dan-anders” principe in de huur- en exploitatie-overeenkomsten van de gebruikers. Door al vanaf de ontwerpfase in te zetten op energieneutrale en multifunctionele ontwerpen, kunnen projecten zowel financieel als ecologisch succesvol zijn. Dit voorbeeld toont aan dat het mogelijk is om ambities te realiseren, maar dat dit vaak afhangt van de mate van samenwerking en de bereidheid van alle betrokken partijen om verder te kijken dan korte termijn kosten.


Uitdagingen voor scholenbouw

De uitdagingen binnen de scholenbouw zijn divers en raken zowel financiële als technische en beleidsmatige aspecten. De grootste uitdaging is het financiële kader waarbinnen scholen moeten opereren. Gemeentelijke budgetten zijn vaak ontoereikend om ambitieuze duurzaamheidsdoelen te halen. Zelfs relatief kleine investeringen, zoals het inschakelen van een adviseur voor circulair bouwen, worden vaak geschrapt uit angst om het budget te overschrijden. Dit beperkt de mogelijkheden om innovatieve bouwmethoden en duurzame materialen toe te passen.

Een andere grote uitdaging is de beperkte capaciteit van het elektriciteitsnet, ook wel netcongestie genoemd. Voor nieuwbouwprojecten die volledig elektrisch willen zijn, zoals scholen met warmtepompen en zonnepanelen, blijkt de beschikbare netcapaciteit vaak onvoldoende. Dit dwingt scholen om in geval van renovatie voor hybride oplossingen te zoeken, zoals het combineren van elektrische systemen en batterijen met gasinstallaties voor piekbelastingen. Hoewel dit een pragmatische oplossing is, staat het volledig duurzame ontwerpen in de weg en vraagt het om extra flexibiliteit en innovatie in het bouwproces.

Daarnaast speelt er een gebrek aan consistentie in beleid en uitvoering. Gemeenten stellen vaak ambitieuze doelen in hun beleidsdocumenten, zoals het streven naar volledig circulaire bouw, maar maken hier geen budget voor vrij. Hierdoor blijven veel projecten steken in goede bedoelingen zonder concrete resultaten. Dit gebrek aan daadkracht is een belangrijke uitdaging die vraagt om een meer structurele aanpak.


Wat zorgt dat scholen wél de goede keuzes gaan maken?

Scholen kunnen alleen duurzame keuzes maken als de randvoorwaarden hiervoor goed zijn vastgelegd in de plannings- en beleidsfase. Een belangrijk instrument hiervoor is het integrale huisvestingsplan (IHP), dat gemeenten periodiek opstellen. In deze plannen wordt vastgelegd hoe scholenhuisvesting de komende jaren wordt aangepakt. Door hier expliciet duurzaamheidseisen in op te nemen, zoals het gebruik van circulaire bouwmaterialen of het behalen van energieneutrale doelen, worden deze ambities onderdeel van het toetsingskader voor toekomstige projecten. Bijkomend zou bijvoorbeeld een Whole Life Carbon aanpak onderdeel kunnen zijn van het toetsingskader.

Daarnaast is bewustwording cruciaal. Gemeenten en schoolbesturen moeten de voordelen van duurzame keuzes niet alleen voor het milieu en de toekomstige generaties, maar ook voor de financiële lange termijn inzien. Voorbeeldprojecten kunnen hierbij helpen. Het zien van succesvolle duurzame projecten inspireert en overtuigt anderen om soortgelijke stappen te zetten. Ook kan samenwerking tussen alle betrokken partijen – gemeenten, schoolbesturen, bouwers en adviseurs – bijdragen aan betere besluitvorming en het realiseren van duurzame doelen.

Ten slotte speelt educatie een belangrijke rol. Duurzame schoolgebouwen kunnen als leerobject dienen voor leerlingen, waardoor de volgende generatie al vroeg wordt geconfronteerd met de waarde van duurzaamheid. Dit kan op lange termijn bijdragen aan een meer duurzame maatschappij.


Wat moet de scholenbouw dan wél doen?

Om duurzame scholenbouw te realiseren, moet er een structurele verschuiving plaatsvinden in de manier waarop plannen worden ontwikkeld en uitgevoerd. Gemeenten en schoolbesturen moeten duurzaamheid al in de planningsfase prioriteren, bijvoorbeeld door circulaire bouwmethoden en energieneutrale ontwerpen verplicht te stellen in beleidsdocumenten zoals IHP’s. Dit moet niet alleen op papier staan, maar ook worden ondersteund met financiële middelen.

Daarnaast moeten er meer innovatieve bouwmethoden worden toegepast, zoals modulair bouwen. Dit biedt niet alleen flexibiliteit bij wisselende leerlingenaantallen, maar maakt het ook mogelijk om gebouwen efficiënter en sneller te bouwen. Andere technologische oplossingen, zoals decentrale ventilatiesystemen en kleinere warmtepompen, kunnen helpen om technische uitdagingen zoals netcongestie te omzeilen en tegelijkertijd de betrouwbaarheid en het comfort van de gebouwen te verbeteren.

Samenwerking is ook essentieel. Alleen door intensieve samenwerking tussen gemeenten, schoolbesturen, bouwers en andere stakeholders kan de nodige kennis en expertise worden samengebracht om duurzame ambities waar te maken. Het ontwikkelen van een gezamenlijke visie en het delen van best practices kunnen helpen om obstakels te overwinnen en voortgang te boeken.


Wat kan RO groep betekenen voor de bouw van scholen?

RO groep is bij uitstek geschikt om een sleutelrol te spelen in het verduurzamen van de scholenbouw. Met onze brede expertise in zowel onderwijshuisvesting als bouwprocessen kunnen wij als strategisch partner optreden voor schoolbesturen en gemeenten. We bieden advies over een breed scala aan onderwerpen, variërend van circulair bouwen en biobased materialen tot het ontwerpen van energieneutrale gebouwen en klimaatadaptieve omgevingen.

Daarnaast fungeert RO groep als brug tussen verschillende belanghebbenden. Of het nu gaat om architecten, gemeentes, aannemers of omwonenden, wij zorgen voor een soepele samenwerking en bewaken de voortgang van projecten. Door onze ervaring met eerdere succesvolle projecten, zoals de Groene Loper en de BMV Heerlenbaan, weten wij hoe duurzame ambities in de praktijk kunnen worden gerealiseerd.

Tot slot stimuleert RO groep innovatie door nieuwe bouwmethoden te introduceren, zoals modulair bouwen. Hiermee spelen we in op de behoefte aan flexibiliteit en efficiëntie in de scholenbouw. Door deze aanpak kunnen scholen niet alleen voldoen aan de duurzaamheidsdoelen van vandaag, maar ook een voorbeeld stellen voor de toekomst.